top of page
  • Happy Moms

Bevallen in corona-tijd - wie doet dat nou niet?

Dit verhaal is geschreven door Happy Mom Malindy, lees hier haar bio.


Corona laaide op in het land. We kregen 15 maart te horen dat 16 maart de school gesloten bleef. Wat dacht je? Ik zal je zeggen; stiekem vond ik het heerlijk! Ik ben op dat moment 30 weken zwanger. Nog 8 dagen op de teller. Aangezien ik zwangerschapsdiabetes heb, word ik met 38 weken ingeleid. De datum staat en is al even bekend: maandag 11 mei. 1 week eerder dan zijn broer die op 18 mei 2018 geboren is.



Zullen ze echt 8 weken thuis zijn of tot de zomervakantie? Ik vind het heerlijk. Eindelijk even geen wekker hoeven zetten. We blijven wel in het ritme van aankleden (al blijven die sokken lastig met mijn dikke buik), ontbijten en dan huiswerk. De weken vliegen om. Mijn moeder is er iets minder gerust op. Mag John echt wel bij je op de kamer? Mag hij blijven? Ja, er mag 1 iemand bij zijn maar als de baby geboren is, mogen jullie en de kinderen niet langskomen. Dat vindt mijn moederhart wel een dingetje.

Het is 11 mei en de kinderen mogen een halve ochtend naar school. We hebben ze gisteren alle 5 bij oma en opa gebracht, want wij mogen ons tegen 07.15 melden op de verlosafdeling. Het scheelt dat de coronatent nog niet open is. We mogen naar binnen.

Eerst krijgen we een CTG. Ik zeg tegen John; “pff, zou ik vandaag echt gaan bevallen? Of zou het zoals bij Brent gaan en pas morgen gebeuren?” Hij kijkt op en zegt: “ach, stel je niet zo aan, zo erg is het niet en je hebt het al eerder gedaan. Voor ons als man is het veel erger!” zegt hij er achteraan met een brede lach op zijn gezicht. Ik antwoord met “pardon? Wat is er voor jullie nou zo erg? Jij hoeft geen kind eruit te persen!”. “Nee wij moeten jullie aanhoren dat is nog veel erger!” zegt hij terug. De verpleegkundige lacht en haalt me van de CTG af.


Dan komen de 2 dienstdoende verloskundigen en plaatsen ze de ballon. “Om 12 uur wil ik weer kijken hoe de ballon zit”, zeggen ze. John wil graag een sigaretje roken. Zal de spanning nu ook beginnen bij hem? We mogen van de kamer en een rondje door het ziekenhuis lopen zegt een van de verpleegkundige. Ze weet niet of we naar buiten mogen vanwege de Corona maatregelen. Dat moeten we beneden bij de receptie even vragen.



We mogen naar buiten en als we naar binnen willen dan moeten we maar even zwaaien. We hoeven dan gelukkig niet door de tent heen. We lopen een stukje op het fietspad. In de zon is het lekker, in de schaduw bar koud met de wind die er vandaag waait.

Als we weer boven op de afdeling zijn, is het kwart voor 12. Ze waren druk, dus 3 kwartier later kwamen ze de ballon checken en kijken of deze had gewerkt en eruit mocht. Het begon al klein beetje te rommelen en ze wilden graag m’n vliezen doorbreken tot ze opeens medische termen gebruikte richting haar collega.


De baby was niet ingedaald dus als ze m’n vliezen zouden doorprikken, kon het zijn dat z’n handje of navelstreng ertussen zou komen en het zou uitmonden in een spoedkeizersnede. Nou, dat wil ik niet! Ze gaan overleggen met de gynaecoloog. Ze mogen doorprikken, maar moeten hem wel vanaf de buitenkant aandrukken. Of we het daarmee eens zijn? De tranen lopen over m’n wangen. Het zal de spanning wel zijn. We stemmen toe en worden eerst de verlossuitte opgereden. Nou ja, ik loop gewoon, want moest nog even plassen!


Daar gaan we! Ze krijgt 1 vlies door. Dan wisselen ze en de andere verloskundige krijgt de laatste vlies door. Ze verwachten vruchtwater, maar er komt niks. Hopelijk dan zo, met een wee. Maar nee, niet veel. Ze plaatsen elektronen op z’n hoofd. Ik vind het zielig, maar goed, “doe maar” denk ik. Ze gaan weg en de verloskundige is nog bij ons. Ik kijk naar schermpje waarop de registratie te zien is en zeg “dat is vast niet goed, die rode lijnen bij de hartslag van de baby”. “Nee” zegt ze. “Ik denk dat ze zo wel terug zullen komen”. Ze had haar zin nog niet af, of daar kwamen ze al.


Zijn hartslag was weg. Ze voelt of er niks “verkeerds” voor de uitgang ligt. Gelukkig is dat niet het geval. Ik verander van positie, en daar is zijn hartslag weer.

Ze willen nu een infuus prikken. Stel, het gaat straks niet goed, dan zit dat er voor de zekerheid al in. Ik ben slecht te prikken en heb een hekel aan naalden. Ik zeg “je hebt 1 kans en anders is het maar pech”. Na 1 keer prikken lukt het helaas niet. Ze willen hem liever niet in mijn arm zetten, maar er zit niks anders op. De andere vrouw prikt en krijgt toch een ader te pakken. Zo, hebben we dat ook weer gehad.


De weeën komen en zijn sterk. Ik heb zowel buik als rugweeen. John geeft tegendruk in mijn rug. Hij moet plassen. Ik zeg “wacht even, de wee is bijna weg!”. De verpleegkundige neemt zijn plek in. “Hup, daar is de volgende schat!” roep ik. “Kom, ik heb een wee!”. Uit de wc hoor ik “ja, bijna klaar, wacht maar even!” “Nee!” zeg ik, je moet nu komen!” Gelukkig, daar is hij weer. “Ik moet poepen” zeg ik. “Schat, druk maar op de bel!”. Vandaag heb ik nog niet gepoept. Ik leefde die dag op dextro. Verder kreeg ik niks naar binnen, ook al wilde John me van alles geven.


“Je doet het super!” zegt ze. Al 7 cm! Toch voel ik echt al persdrang, alleen mag ik nog niet persen. Dit gaat 10 minuten door en weer zeg ik “bel maar”! Nog steeds 7 cm. “Nee, dat kan niet!” roep ik. Even raakte ik mijn focus kwijt en schreeuwde ik uit paniek maar toch herpakte ik me weer. “Oke, als jullie willen dat ik nog puf, dan doe ik dat nog even” en langzaamaan begin ik aan het einde van de wee mee te duwen. Weer krijg ik sterke persdrang en vraag ik aan de verloskundige of ik mag persen. Met haar antwoord kon ik niet veel; “Als je denkt dat denkt, dan moet je het doen, maar niet omdat je het zelf wil”. Denk daar maar eens overna. Ik stel de vraag nog een keer en krijg hetzelfde antwoord. Waarop ik zeg “kan je ook ja of nee zeggen?


“Probeer het nog maar een keer dan”. Zo, dat laat ik me niet nog een keer zeggen! Ik draai op mijn rug en pers een keer. Ze grijpt naar haar telefoon en belt meteen de gynaecoloog “kom maar snel, want ik denk dat hij bij de volgende wee geboren wordt”. Ze komt binnen, voelt en zegt “ja, pers maar”. Het hoofdje staat. Ik vraag of ik verder mag persen, maar ik moet nog wachten tot de volgende wee. Ik vraag het nog twee keer tot mijn volgende wee er eindelijk is. Zijn hoofdje is er al uit, maar mijn wee is weg. “Persen!” roept de gynaecoloog. “Maar mijn wee is weg!”. Ze zegt “Dan op je eigen kracht, hij moet er nu uit!” Ik neem een hap lucht en pers.


Op 11 mei om 17.45 uur komt Boas John uit mijn buik. Zijn navelstreng zit om zijn nek en lijf, vandaar de hectiek en de kleur van een smurf. Pas ’s avonds laat trekt dit weg. Na 3 kwartier videobellen we met onze kinderen om hun nieuwe broertje te laten zien. Ze mogen hem de volgende dag ontmoeten.

Wij zijn in de wolken en zweven nog even verder.

133 weergaven
bottom of page