- Happy Moms
De dag dat ik weg wilde lopen van thuis
Dit verhaal is geschreven door Happy Claudia, lees hier haar bio.
Ik weet niet of jullie dat gevoel ook kennen, maar soms zijn er dagen waarop ik gewoon weg wil lopen en alles achter me wil laten. Uit betrouwbare bron heb ik vernomen, dat andere moeders dit gevoel ook weleens hebben. Laat ik jullie meenemen naar deze ene dag in het voorjaar, waar ik het ineens niet meer zag zitten om moeder en echtgenote te zijn.

Het was een warme donderdag, ergens aan het begin van de Corona lockdown. Kinderen mochten nog niet naar de opvang, dus Stormy was de hele dag thuis. Mijn kind heet niet echt Stormy, maar hij heeft toch echt recht op privacy. Hoe we bij Stormy zijn gekomen, is misschien een verhaal voor een andere keer.
Eigenlijk was het een mooie, warme dag, maar na een halve dag thuis gewerkt te hebben was ik behoorlijk moe. Ik pakte de tas met strandspullen, stapte met zoonlief de auto in en in een mum van tijd waren we op weg naar de lokale plas. Helaas zat het kleine strandje zo vol met mensen, dat ik het in corona-tijden niet kon verantwoorden om ons zelf er ook nog bij te proppen. Teleurgesteld en zonder beweging en frisse lucht gehad te hebben, keerden wij weer om naar huis.
Ik weet niet wat er die dag aan de hand was, maar in de loop van de middag werden mijn gedachten steeds donkerder en werd ik steeds chagrijniger. Ik voelde me overprikkeld zonder echt te weten waarom. Ken jij die momenten ook, dat je van alles voelt, maar moeilijk kan benoemen wat “van alles” eigenlijk is? Toen mijn man eindelijk klaar was met werken en even met ons zoontje ging spelen, pakte ik mijn sleutels en liep naar buiten, even een rondje om, om te ontspannen. Of misschien ietsje verder weg. Hoe ver zou ik komen voordat iemand het doorhad?
De gedachtes die toen door mijn hoofd gingen, waren echt niet om trots op te zijn. Het klonk ongeveer zo: “Zo, ik ben weg. Ik ga vanavond een hotelkamer zoeken. Ik ben zo klaar met Corona.” En aan de andere kant: “Mm, het is wel mooi buiten. Eigenlijk zouden we hier als gezin nog van moeten genieten.” Echt, dankjewel brein, voor deze nuttige gedachten. Uiteindelijk ben ik het blok maar omgelopen en kwam ik weer bij onze voordeur aan.
Toen ik binnenstapte, was het eerste dat ik tegen mijn man zei: “Ik kook niet, ik heb geen honger. Maak zelf iets klaar.” Wow, dat voelde raar. En eigenlijk voelde ik me een beetje stom, want hij kon niets doen aan mijn mood. Misschien merk je het al: ik wilde helemaal niet weg van thuis. Normaal gesproken hou ik ervan om oplossingen te vinden waar we allemaal blij van worden. Alleen op dat moment had mijn brein even een kortsluiting. En dat mag. Gelukkig heb ik tegenwoordig wel een manier om me uit dit soort moods te trekken. Dus ik begon met ademen en sloot mijn ogen. Één, twee, drie. “Mm, ik had net nog bedacht hoe mooi het buiten is.” In - één, twee, drie - uit - één, twee, drie. Herhalen. Langzaam opende ik mijn ogen en hoorde ik me zeggen: “Schat, zullen we naar de snackbar gaan, in plaats van te koken, frietjes halen en nog een keer naar het strandje rijden?”
Zo gezegd, zo gedaan. Deze keer met z’n drieën, zaten we snel weer in de auto. Met de warme snacks op schoot en de geur van frietjes in de auto gingen we op pad. Gelukkig was het strandje nu nagenoeg leeg - thank God, dat andere mensen gewoon thuis aten, zodat wij onze picknick op het strand konden houden.
Wij werden beloond met één van de mooiste avonden die ik me als gezin kan herinneren: na eerst even te eten, bouwde ik in alle rust een zandkasteel. Ik had zelfs nog tijd om een foto te nemen voordat het door een paar kindervoeten de grond ingestampt werd. Daarna speelden we met het watertoestel, maakten beekjes en stromen. Rondom een tweede zandkasteel ontstond zelfs iets van een moot en Stormy had er het grootste plezier in om met mij emmers water te laten halen om de moot te vullen.
Aan het einde van de lange dag, stonden we op de vlakke oever, waar het water in zachte golven over onze voeten heen rolde. Diverse stukjes felgekleurd strandspeelgoed lagen verstrooid in het zand en de zon verdween langzaam achter de bomen. Wat ik voelde was niet moeilijk te benoemen: ik was dankbaar. Dankbaar voor mijn gezin. Dankbaar voor de mooie avond die we hadden beleefd. Voor de moed om het net even iets anders te doen. En dankbaar dat ik niet weggelopen was.